Skip to main content

Statuten

Stichting Gemeenschapscentrum de Herberg

Statuten

Naam en zetel

Artikel 1

  1. De stichting draagt de naam Stichting Gemeenschapscentrum de Herberg
  2. Zij heeft haar zetel in Westervoort

Doel en vermogen

Artikel 2

  1. De stichting heeft ten doel:
    1. Het faciliteren van sociaal-maatschappelijke-, culturele-, zingevings- en gezondheidsfuncties voor de inwoners van Westervoort en omgeving.
    2. Het behoud, het onderhoud en beheren van het bij de St. Werenfriduskerk te Westervoort gelegen kerkhof, zulks vanaf het moment dat de stichting gerechtigd geworden is tot dit kerkhof en/of daarover het beheer voert.
    3. Het verkrijgen, beheren, exploiteren van registergoederen voor zover dienstbaar aan- of benodigd voor de onder a en b gemelde doelen.
    4. Het verrichten van alle verdere handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
  2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het verkrijgen van financiële middelen, het coördineren van lokale initiatieven en netwerken, het initiëren en (doen) uitvoeren van activiteiten, waaronder bijvoorbeeld het faciliteren van locaties voor ontmoeting, uitwisseling, geborgenheid, veiligheid, gezelligheid en ontwikkeling, alles onder het spreekwoordelijke motto "de Herberg van Westervoort".
  3. De stichting heeft geen winstoogmerk.
  4. Het vermogen van de stichting kan onder meer bestaan uit:
    1. alle aan de stichting in eigendom toebehorende (register)goederen;
    2. bijdragen van hen, die met het doel van de stichting sympathiseren;
    3. bijdragen van hen in wier belang de stichting werkzaam is;
    4. subsidies;
    5. erfrechtelijke verkrijgingen en schenkingen;
    6. opbrengsten van activiteiten van de stichting;
    7. grafrechten;
    8. opbrengsten uit reclame en/of sponsoring
    9. overige baten.

Bestuur: samenstelling, wijze van benoemen. belet of ontstentenis bestuurders

Artikel 3

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van tenminste vijf bestuurders.
  2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden vervuld.
  3. De bestuurders worden benoemd voor een periode van drie jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster aftredend bestuurder is onmiddellijk en onbeperkt herbenoembaar. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
    1. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn
    2. In geval van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende bestuurders. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of de enig bestuurder, berust het bestuur tijdelijk bij een of meer door het bestuur voor deze situatie aangewezen personen. Indien door het bestuur geen persoon is aangewezen, berust het bestuur tijdelijk bij een lid of meerdere leden van het vorige bestuur. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.
  4. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

Bestuur: taak en bevoegdheden

Artikel 4

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
  3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

Bestuur: vergaderingen

Artikel 5

  1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Nederland op de plaats als bij de oproeping is bepaald.
  2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten.
  3. Elk kwartaal wordt een vergadering gehouden. Daarnaast worden vergaderingen gehouden, wanneer één van de bestuursleden daartoe een oproeping doet.
  4. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een oproepingsbrief.
  5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afrvezig is, voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige bestuurder.
  7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd. De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris.
  8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.

Bestuur: besluitvorming / tegenstrijdig belang

Artikel 6

    1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
    2. Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één ander bestuurder als gevolmachtigde optreden.
    3. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke voor de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
  1. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
  2. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter als notulen wordt bewaard.
  3. ledere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
  4. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer bestuurders vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes.
  5. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
    1. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. De bestuurder heeft - onverminderd het bepaalde in de vorige volzin — wel het recht de desbetreffende vergadering van het bestuur bij te wonen (, met dien verstande dat hij niet wordt meegerekend bij de bepaling van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders met betrekking tot het betreffende bestuursbesluit).
    2. Wanneer op grond van het hiervoor sub 7.a bepaalde geen enkele bestuurder aan de besluitvorming kan deelnemen, neemt dan wel nemen degene(n) met het belang alsnog deel aan de beraadslaging en de stemming. In dat geval legt het bestuur de overwegingen die aan het bestuur ten grondslag liggen schriftelijk vast.
  6. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.

Bestuur: defungeren

Artikel 7

Een bestuurder defungeert:

  1. door zijn overlijden of indien de bestuurder een rechtspersoon is, door haar ontbinding of indien zij ophoudt te bestaan;
  2. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
  3. door zijn aftreden al dan niet volgens het in artikel 5 bedoelde rooster van aftreden;
  4. door ontslag door de gezamenlijke overige bestuurders;
  5. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.

Vertegenwoordiging

Artikel 8

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.
  3. Tegen een handelen in strijd met artikel 4 lid 3 kan tegen derden beroep worden gedaan.
  4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Boekjaar en kalenderjaar

Artikel 9

  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. De balans en de staat van baten en lasten worden, indien en voor zover een externe subsidiegever dit eist, onderzocht door een door het bestuur aangewezen registeraccountant, accountant-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:293 Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in dit lid bedoelde stukken.
  3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen.
  4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
  5. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
  6. Voor elk kalenderjaar zal door het bestuur een begroting worden opgemaakt voor het komende jaar en wel vóór één december van het voorgaande jaar.

Reglement

Artikel 10

  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin de onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
  2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen.
  4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.
  5. Het reglement dient te voorzien in een artikel dat reserveringen en voorzieningen vastlegt.

Statutenwijziging

Artikel 11

  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging moet met algemene stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
  2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. ledere bestuurder afzonderlijk is bevoegd de des betreffende akte te doen verlijden.
  3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

Ontbinding en vereffening

Artikel 12

  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 1 1 lid 1 van toepassing.
  2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. De vereffening geschiedt door het bestuur.
  4. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 1 1 lid 3.
  5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
  6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt besteed aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) met een soortgelijk doel als dat van de stichting, bij voorkeur binnen de regio van de Liemers.

Raad van Advies

Artikel 13

  1. Het bestuur stelt een Raad van Advies in en kan een ander adviserend orgaan instellen.
  2. Tenminste één keer per kalenderjaar stelt het bestuur de Raad van Advies dan wel de andere adviserende organen, in de gelegenheid om alle zaken, die de Raad en/of de andere adviserende organen van belang vindt casu quo vinden, te bespreken in een openbare bijeenkomst, die tijdig via de website van de stichting en/of via tenminste één lokale of regionale krant is aangekondigd.
  3. Het bestuur kan één of meer reglementen als bedoeld in artikel 10 vaststellen, waarin de samenstelling en werkwijze van de Raad van Advies dan wel de andere adviserende organen worden vastgelegd.

Slotbepalingen

Artikel 14

  1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorziet, beslist het bestuur.
  2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
  3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december tweeduizend tweeëntwintig (31-12-2022).